Aanslag gemeente- en waterschapsbelastingen
Inmiddels heeft bijna iedereen de jaarlijkse aanslagen voor de gemeente- en waterschapsbelastingen ontvangen. Het is raadzaam om goed naar de bijgevoegde specificatiestaat te kijken. Zeker als je als verhuurder een of meerdere panden verhuurt. Een aantal heffingen is namelijk voor de gebruikers (huurders). Sommige verhuurders hebben in de huurovereenkomst laten opnemen dat heffingen die bestemd zijn voor gebruikers van het pand, ook daadwerkelijk door de huurders worden betaald. Indien er niets is geregeld en je wil als verhuurder niet achter je huurders aan gaan (in het geval van weigerachtige huurders), dan kan het instellen van bezwaar tegen de aanslag lonend zijn.
Voorbeelden van gebruikerslasten zijn de riool- en afvalstoffenheffing. Op grond van de desbetreffende verordeningen komen deze lasten voor rekening van degenen die feitelijk gebruik maken van het pand. Wie feitelijk gebruiker is, moet naar de omstandigheden worden beoordeeld. Van feitelijk gebruik is eerst dan sprake indien het pand daadwerkelijk wordt benut, aan welke benutting de productie van huishoudelijk afval kan worden toegerekend. In geval van de rioolheffing bepaalt de verordening dat belasting wordt geheven op de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.
De vraag is wanneer er sprake is van een ‘feitelijk gebruiker’. Hierbij is het begrip ‘volgtijdig gebruik’ relevant. De wetgever heeft geen definitie gegeven voor het begrip ‘volgtijdig gebruik’. In de jurisprudentie is bepaald dat het bij volgtijdig gebruik moet gaan om verhuur van een pand voor telkens betrekkelijk korte perioden. Indien een persoon voor minimaal een half jaar in een woning verblijft, is dat al geen betrekkelijke korte periode ingevolge de jurisprudentie. Slechts bij (zeer) korte verblijfsperioden, zoals het geval is bij vakantiewoningen, dient de verhuurder te worden aangeschreven voor de betaling van de gebruikerslasten.
Daarnaast mag er geen sprake zijn van kamerverhuur, want dan er is sprake van een ‘bedrijfsruimte’.
Met andere woorden, wordt het pand verhuurd aan een alleenstaande man of vrouw of aan een koppel, en het pand wordt verhuurd voor een langere periode (minimaal 3 maanden), dan komen de gebruikerslasten in beginsel voor de rekening van de huurder en kan de verhuurder van de inspecteur eisen dat hij de gebruikerslasten niet op de verhuurder verhaalt. Bezwaar maken tegen de aanslag en vragen om terugbetaling van de gebruikerslasten (indien reeds betaald) is dan het devies.

Wilt u meer weten over ons of het kantoor neem dan contact op.